Search
Close this search box.

Tekort aan personeel is grote bedreiging voor de recreatiesector

De krapte op de arbeidsmarkt zorgt voor steeds grotere problemen in de horeca en recreatiesector. Met name in de horeca (veel recreatiebedrijven hebben ook een horecapunt) is er, door de coronabeperkingen van afgelopen jaren, veel personeel uitgestroomd. Werken in de recreatiesector heeft nog altijd een positief imago; maar er zijn ook punten waar de sector de aantrekkelijkheid nog kan verbeteren.

  • Bureau Toerisme besteed de komende maanden aandacht aan een selectie van onderwerpen uit Trendrapport Recreatie & Toerisme 2022, en vertaalt deze richting de praktijksituatie van recreatie en toerisme in Rivierenland. Dit keer zoomen we in op: ‘de krappe arbeidsmarkt.’

Recreatiesector als banenmotor

Waar de krapte op de arbeidsmarkt nu een probleem is, heeft de horeca en recreatie er tijdens de vorige economische crisis juist voor gezorgd dat veel mensen aan het werk konden blijven. Uit een analyse van LISA, (Landelijk Informatiesysteem voor Arbeidsplaatsen) blijkt dat de recreatiesector tussen 2012 en 2017 een sterk bovengemiddelde banengroei heeft gekend. Vooral de deelsectoren ‘sport’ (+17%) en ‘cultuur, recreatie en amusement'(+15%) sprongen er bovenuit.

Inmiddels is de arbeidsmarktsituatie sterk veranderd ,en is er in het algemeen sprake van een krapte op de arbeidsmarkt. De maatregelen die nodig waren om de coronacrisis te bestrijden, hebben vooral veel invloed gehad op het personeelsbestand in de horeca- en recreatiesector. In de horecasector was de krimp in 2021 relatief het hoogst. In deze sector nam het aantal banen af met ruim 17.000, een krimp van 3,9 procent. Deze daling is grotendeels te verklaren door de verplichte sluiting van horecagelegenheden gedurende grote delen van 2020 en het begin van 2021.  

Flexibele markt als voor- en nadeel

In de toeristische sector zijn volgens de NBTC arbeidsmonitor toerisme 2021, 813.000 mensen werkzaam. Omgerekend naar volledige banen omvat de sector 498.000 fte. Van hen heeft 51 procent een vaste baan. In de sector wordt ook relatief veel in deeltijd gewerkt. De gemiddelde werkweek in de vrijetijdssector is 23,7 uur, gemiddeld voor Nederland is dat 28,9 uur. De gemiddelde leeftijd ligt met 34,1 jaar relatief laag. In Nederland is dat 41,1 jaar. De vrijetijdsarbeidsmarkt is ook heel volatiel. Elk jaar stroomt 34,4 procent in en 31,7 procent uit. Nationaal ligt dat zo’n 10 procentpunt lager. De in- en uitstroom bestaat voor twee derde uit jongeren. 40.000 mbo- en 17.000 hbo-studenten volgen een toerisme of recreatie gerelateerde studie.

Die flexibiliteit wordt door veel mensen op prijs gesteld; zowel werkgevers als werknemers. De afgelopen periode waren vooral de nadelen dominant. De sector wordt gekenmerkt door een hoog aandeel personeel met flexibele contracten waarvan het dienstverband werd stopgezet wegens de verplichte sluitingen. Veel personeel heeft werk gevonden in andere sectoren en is niet teruggekeerd (in de horeca) na de versoepelingen.

Perspectief en waardering voor personeel

Een punt van aandacht is al langere tijd het perspectief om je door te ontwikkelen in de recreatiesector. De carrièrekansen zijn, t.o.v. veel andere branches relatief beperkt; zeker in het mkb.

Ook staat de horeca- en recreatiesector bekend om de vrij lage lonen. Bij een volledig dienstverband ligt het gemiddelde bruto jaarinkomen in de toeristisch recreatieve sector op 26.000 euro. Gemiddeld over alle sectoren van de Nederlandse economie is dat 40.500 euro. In 2021, midden in de coronacrisis, kenden de sectoren horeca en recreatie nog de laagste CAO loonstijging van alle geregistreerde sectoren.

In de CAO’s voor horeca en recreatie, die begin dit jaar werden afgesloten voor 2022 en 2023, is er wel sprake van een flinke loonsverhoging (+7% in 2 jaar tijd), waardoor de verschillen met andere branches weer wat kleiner worden. Ook in de CAO horeca is sprake van een loonstijging tussen de 4 en 5,4% in twee jaar.

Aanwas van nieuw personeel

Voor nieuw talent en professioneel personeel is de recreatiesector sterk afhankelijk van de uitstroom uit de diverse vakopleidingen. In het vakblad Recreactie van branchevereniging HISWA RECRON werd daar onlangs aandacht aan besteed. De conclusie is alarmerend: “De terugloop van het aantal eerstejaars bij recreatie-opleidingen is groot. Er is sprake van bijna een halvering van de nieuwe aanwas.” Een arbeidsmarktcampagne van HISWA RECRON en de ANVR in 2021 hebben het tij helaas niet kunnen keren.

Een andere mogelijkheid om nieuw personeel in de richting van de recreatiesector te bewegen is aandacht voor nieuwe doelgroepen. Er zijn nog groeikansen in het aantal vrouwen en ouderen op de arbeidsmarkt en inclusiviteit voor mensen met een beperking.

Diverse grotere bedrijven zijn inmiddels begonnen met hun eigen arbeidsmarktcampagnes. Zo organiseren grote attractieparken jaarlijks jobdagen waarop seizoenswerkers op een leuke manier kennis kunnen maken met het bedrijf. Ook een grote partij als Landal organiseert open dagen om potentieel personeel te informeren.

Situatie in Rivierenland

Richard de Bruin, directeur van Bureau Toerisme, ziet ook in Rivierenland de problemen toenemen.: “Hotel- en recreatiebedrijf Moeke Mooren was recent nog op het NOS journaal omdat zij hun bezoekbare korenmolen moeten sluiten wegens personeelstekort. Maar dat is zeker geen uitzondering in de horeca en recreatiesector. Bij veel bedrijven hangen tegenwoordig bordjes met ‘personeel gezocht’. Als die niet gevonden worden, dan gaat dat direct ten koste van onze gastvrijheidssector. Wat we ook zien is dat de lat steeds lager wordt gelegd. Daardoor loop je het risico dat steeds meer minder opgeleid en geschikt personeel aan het werk gaat. Dat gaat uiteindelijk te koste van de kwaliteit.”

De Bruin, die zelf woonachtig is in Duitsland, heeft nog wel wat adviezen voor een betere aansluiting van opleidingen op de arbeidsmarkt. “In Duitsland sluit een student af met een werkstage en blijft dan vaak bij dat bedrijf in dienst. Op de werkvloer leer je het ‘vak’ het best. In Nederland moeten studenten na hun stage nog een jaar naar school en moeten daarna weer op zoek naar een nieuwe werkplek en daar weer opnieuw een bedrijf leren kennen.”

 

 

 

 

 

Door: Walter Jonker – Pretwerk.nl in opdracht van Stichting Bureau Toerisme

Winkelwagen
Scroll naar boven